Het kippenhok is eindelijk af. Gaas rondom, extra palen tegen de storm, een ondergedeelte waar mijn twee hanen en mijn hennetje kunnen schuilen voor wind en regen en een hoog nachthok. Daar moeten ze straks in, via een smalle trap.

“Dat moeten ze eerst leren van hun kippenmoeder,” bedenk ik zorgelijk. Oudste dochter had immers ook bij het kleine, lage hok geduldig voor- gedaan hoe ze de ren in en uit konden, door de kippen een voor een heen en weer te duwen met begeleidende tekst. “Zie je? Zo ga je erin! En zo ga je er weer uit! Goed zo, Coco!” Coco is haar favoriete haan, de tamste van het trio.

We bellen dochter. Ze komt zondag voor kippeninstructie. Dus hebben ze nog twee nachten te gaan in hun oude hok. Daarna gaat de grote verhuizing plaatsvinden. Ik ben er een beetje zenuwachtig van.
Tot mijn stomme verbazing lopen de kippen, als ze in de tuin mogen scharrelen, meteen de ren van het nieuwe hok in. Ze blijven daar zó lang zitten, dat ik maar eens bij ze ga kijken en ze ter lering een paar keer voordoe hoe je door de openstaande deur de ren in en uit kunt.
Die avond ga ik mijn kippen welterusten wensen en hun deurtje sluiten. Het is akelig stil in het kleine hok. Zitten ze er niet? Ik hoor ze niet. Ja, nu toch wel. Dat zoete zachte geklok klinkt ergens in de verte. Maar dat zal toch niet?
Ik luister bij het nieuwe hok. Daar hoor ik ze. Zitten ze daar echt? Het is stikdonker in de tuin, dus ik ga terug naar het huis om een zaklantaarn
te halen. En ja hoor. Daar liggen ze. Met z’n drietjes dicht tegen elkaar knipperen ze kippig tegen het felle licht. Ik wens ze goede nacht en sluit het deurtje.
De volgende ochtend glijden ze heel beheerst en heel elegant een voor een de lange trap af, hun eten tegemoet. Ze laten nog net geen goedkeurende nabespreking achter in het gastenboek van mijn kippen-B&B, maar ze
zijn zichtbaar tevreden. Ik breek snel hun oude ren af en sjouw het kleine hok de schuur in, voor het geval er kuikens komen. We gaan avonturen tegemoet, immers?
En er moeten kippen bij. Dus maak ik een afspraak met een Cochin-fokker die tot mijn grote opluchting vertelt dat ze ook groepen heeft lopen met twee hanen.
Ik heb dus superslimme kippen. Die kraken zonder enige begeleiding een betere woning. Ik denk zelfs dat die hanen snappen dat ze zich moeten gedragen. Dan blijven ze lekker. En toen ik kleindochter Sofie laatst
gillend door de tuin zag rennen, achtervolgd door onze haan Poulet, flitste er maar een gedachte door mijn hoofd: we kunnen ook Sofie wegdoen.

Lees hier het hele artikel 20-49 Marjan