“Jij hebt eigenlijk nog best een goed decolleté, ma!” Er is er maar eentje die zoiets kan gillen. Mijn jongste. Die roept wat af. Het liefst waar iedereen bij is. Over haar zussen en tegenwoordig ook graag over mij. Ik kan me herinneren dat er een tijd was dat ik haar corrigeerde. Haar vertelde dat je dat niet deed. Dat ze er soms voor moest kiezen om te zwijgen. Dat ze niet onder alle omstandigheden kon roepen wat haar plotseling inviel. Al die correctie is nooit geland. Ze roept nog steeds en ik roep gewoon terug. In dit geval: “Ja, hè?” Ik kijk tevreden naar beneden. Zonnige dag, laag T-shirt. We zitten te poseren voor een groepsportret en de jongste hangt half boven me. Ze gooit even handig een paar vingers tussen mijn borsten, duwt de hele boel wat meer in de bolling en zegt tevreden: “Zo. Nog beter.”
Moeders en dochters. Wat een bijzondere band is dat. Ik voed eigenlijk al jaren niet meer op en dat is een hele bevrijding. De dochters proberen elkaar nog weleens op te voeden. En soms eisen ze dan dat ik aan het corrigeren sla. Verbijsterende gesprekken vind ik dat altijd. Dan vertelt een dochter iets over een andere dochter. Haar zus dus. Iets ergs. Tenminste, dat vindt zij dan. En: “Daar moet je echt iets van zeggen!”
Dan zeg ik meteen: “Ik kijk wel uit!” Waarop die dochter verontwaardigd vraagt: “Maar daar vind jij toch zeker wel wat van?”
Ik: “Ja. Natuurlijk vind ik dat.”
Zij: “Nou dan?!”
Dan zeg ik: “Jij weet toch ook wat ik daarvan denk?”
Zij: “Ja! Natuurlijk weet ik dat!”
En dan mijn korte slotbetoog: “Precies! En dat weet zij dan toch ook?”
Zo’n dochter gaat dan soms de strijd nog weleens aan. Die stapt op haar zus af. Vertelt wat ze vindt. Schopt een enorme ruzie die minstens een week duurt. Houdt mij dagenlang vol verontwaardiging op de hoogte en daarna wordt het stil. Soms bel ik even om te checken, maar eigenlijk is dat overbodig: als ik niets hoor, is alles weer goed.
“Mijn dochter en ik zijn elkaars beste vriendinnen,” zei een kennisje van me laatst. “Dat voel jij vast ook zo.” Ik moest erover nadenken. Lang. Maar zo voel ik het niet. Mijn vriendinnen zeg ik vaak wat ik denk. Wat ik vind. Mijn kinderen hoef ik dat niet te vertellen. Die weten dat wel. Dat zit al lang opgeslagen in hun systeem. Ik zit voor een deel in hun hoofd en praat gewoon de hele dag mee.
Nu zitten we in een nieuwe fase. Ze vertellen aan mij wat zij vinden. Heel soms ben ik het zelfs met ze eens. Dit is inderdaad een prima decolleté.
Lees hier het artikel op margriet.nl