Ik denk nog zo vaak aan mijn zusje. Want hoe werkt dat in een hoofd? Hoeveel triggers zijn er wel niet om in een flits even aan iemand te denken? Soms aan iemand die er nog is, maar vaker, veel vaker aan iemand die gemist wordt. Elke keer als ik iets op internet bestel en telebankier, denk ik aan haar. Want dat deed mijn zusje niet. Ze vertrouwde internetbankieren voor geen millimeter en voedde zich met berichten over internetfraudeurs en hackers die bankrekeningen plunderen. Ik vermoed dat mijn zus de laatste op aarde was die nog overschrijvingen deed, ze in een envelop stopte en daarmee naar de brievenbus wandelde. Tot ze de brievenbus weghaalden, die ze met haar rollator nog net kon bereiken.

Ik denk aan zus als ik in de spiegel kijk. Ik ga steeds meer op haar lijken. Of als ik schrik van mijn stem, die ineens zo lijkt op die van haar. Ik denk aan haar als ik fresia’s zie in de bloemenwinkel. Haar lievelingsbloemen. Omdat ze zo lekker ruiken. En als je een schepje suiker in het water doet, heb je van die geur nog langer plezier. Dat vertelde ze, elke keer weer.

Ik denk aan haar als ik langs een winkel loop van Van Vuuren. Daar gingen we af en toe shoppen. Zus met rolstoel en al het pashok in en ik voor de aan- en afvoer van broeken en shirts. Als ik haar daarna naar de kassa rolde, pakte ze haar nieuwe aanwinsten stevig vast, wees op de uitgang en commandeerde: “Rennen!” Als we de winkel verlieten, hadden we altijd de slappe lach.

Ik denk aan zus als ik eenmaal in de maand mijn broer bel. Of hij mij. Broer en zus belden elkaar elke dag. Zo lief was dat. Ik ben geen beller. En broer is geen beller naar mij. Als hij me een keer belt, schrik ik me lam. Dan denk ik meteen: o jee! Wat is er aan de hand?! Dan zegt hij: “Ja sorry, ik bel niet vaak. Want ik heb niks te vertellen.” Dus eigenlijk denk ik elke dag aan zus. Omdat ik mijn broer niet bel.

Ik denk aan zus als de nieuwe Margriet-agenda op de mat valt. Leuke agenda. Praktisch. Nuttig. Ik gaf hem elk jaar aan haar. Cadeautje. Leuk toch? En handig. Al die ziekenhuisafspraken van haar. Al dat geplan met rolstoeltaxi’s. Dat noteerde ze op losse velletjes papier die ze om haar stoel drapeerde. Lekker binnen bereik. En elk jaar zei ik: “Hier. Een agenda. Wel gebruiken, hè?”
Toen we haar huis opruimden, vond ik ze. Een hele stapel Margriet-agenda’s. Minstens twintig. Allemaal leeg.

In 2021 ga ik die agenda voor de eerste keer zelf gebruiken. Elke dag even aan zusje denken. Nou ja, dat deed ik toch al.

Lees hier het hele artikel 21-01 Marjan

Auteursfoto: Marloes Bosch Fotografie