Ik houd niet van veranderingen. Ik houd het liefst alles zoals het is. Regel 1 is dus: er mag wat bij (baby’s bijvoorbeeld en/of jonge hondjes. Misschien zelfs een paar kippen) Regel 2: er mag niks af.

Jammer genoeg heb ik niet alles onder controle. Soms is er een dochter die een partner promoveert tot goede vriend. Die promotie houdt dan vaak in dat wij de goede vriend niet meer zien. Daar appen ze nog mee. Of ze bellen. Gaan uit eten. Maar ze houden hem privé. Hij is ineens geen familie meer. Ik vind dat ingewikkeld. In mijn hoofd zit een zonnig huis vol tafels met eten erop, mensen die gezellig rondlopen omdat ze een rol spelen in elkaars levens en waar veel honden en veel kinderen rondrennen. In mijn zonnige huis is geen ruimte voor wrok of boosheid. We deelden levens ooit intensief, maar dat betekent niet dat we nu niets meer gemeen hebben. Dus blijven we elkaar zien. Een nieuw familieverband in veranderende tijden. Vol liefde.

Aan mijn tafel zit dus ook die ex-schoonzoon die ik ooit aanbood te adopteren en mijn achternaam te schenken. Over een naam als ‘Van den Berg’ hoef je sowieso niet exclusief te doen en er is ruimte genoeg in huis en tuin en hart. Hij brengt geregeld de hond voor een logeerpartij, haalt de hond weer op en eet gezellig met ons mee. In mijn zonnige fantasie zit hij er ook met kerst, samen met de hele bubs, waar hij op zijn eigen eigengereide wijze uitstekend bij past. En er is er nog een, maar die heeft geen hond en komt dus ook niets brengen of halen. Die probeer ik te lokken met ‘koffie als je toch in de buurt bent…’. En eentje die soms kindjes komt halen en brengen, maar niet mee-eet. Want er is een bonusmama en een halfzusje, waardoor het ingewikkeld zou kunnen zijn op elke andere plaats dan in mijn zonnige huis. Daar zouden dus ook de andere opa en oma van mijn kleinkinderen langs kunnen komen. Die zie ik nu nooit meer en dat is eigenlijk reuzejammer.

En dan nog een opa met wie ik ooit getrouwd was en zijn vrouw en zijn dochter, de halfzus van mijn meiden. Die opa spreek ik vaak op verjaardagen van dochters en kleinkindjes, dus ik weet dat ik allang weer met hem kan lachen. En in mijn zonnige huis is ruimte genoeg om ander gezelschap op te zoeken als de irritatie toeslaat.

Want gek genoeg vermoed ik dat al die mensen aanwezig zouden zijn, mocht ik vandaag voorgoed mijn ogen sluiten. In één ruimte. In een aula. In perfecte harmonie.

Ik weet alleen niet of dat net zo zonnig zal zijn. En erger dan dat: het is in strijd met Regel 2.

Bekijk hier de column 20-14 Marjan