“Mama claimt maar één dag per jaar, hè. Alleen eerste kerstdag.”
“Ja, maar dat doet schoonpa ook. En vorig jaar waren wij hier.” Twee dochters tegenover elkaar. De ene wil hier kerst vieren. Met iedereen aan tafel. En de traditionele kerstquiz. De andere heeft er sinds twee jaar een hele familie bij. Met schoonvader en nog een heleboel broers en zussen die ook weer kinderen hebben en ook weer ouders. In het ergste geval zelfs gescheiden ouders die allebei weer een nieuwe partner hebben en halfbroers en halfzussen op de wereld hebben gezet. Waardoor het kerstnetwerk dat zich over Nederland uitstrekt almaar onoverzichtelijker wordt. Ingewikkelder. Pijnlijker ook soms.

“Hoe sterk hang jij aan eerste kerstdag?” vraagt dochter drie. Ik voel lichte wrevel aan Jans kant en onderdruk de mijne. Ik zeg snel: “Niet. Het is een keus die ik ooit maakte toen het leven al wel gecompliceerd was, maar toch ook weer simpeler dan nu.”

“Zou je willen schuiven?”

“Daar moet ik over nadenken.”

We parkeren het onderwerp voorlopig en praten over werk en over de corona-app. Als de kinderen weg zijn, bespreek ik de kerstclaim met Jan. Behoedzaam. Want de kerstquiz is zijn kindje. Bovendien vindt hij dat wij wel heel flexibel zijn. Dat we ons vaak schikken, zonder aan te stippen hoe we ons daarbij voelen. Zoals Jan samenvat: “Het kan soms te gek ook.” Dat zinnetje blijft nazingen. En het is precies wat ik denk, als een dochter per app voorstelt om kerst op vrijdag 11 december te vieren. Want: ‘Dan kan iedereen!’

Nu vind ík kerst nog leuk. Maar stel je voor dat je er de pest aan hebt? En dat hebben heel wat mensen. Als je nu door deze Margriet bladert en walgt van al die blije gezichten aan tafels vol waanzinnig gestyled eten; je bent niet alleen! Volksstammen mensen haten Jingle Bells. Die zitten met hun kop onder een tafelkleedje te wachten tot de kerstbomen weer buiten liggen, klaar om ritueel te worden verbrand. Mochten die ooit verzeild raken in een familie als de mijne, dan vieren ze op 11 december al kerst en met een beetje pech daarna nog een keer of vier. Zelfs een diehard kerstfan als ik overweegt dan toch om een acute voedselvergiftiging voor te wenden, na de krieleitjes op 11 december. Ik zet het volgende in de familie-app: ‘Wij organiseren vanaf heden per jaar twee evenementen: kerstdiner op eerste kerstdag en De Langste Dag op 21 juni met barbecue. Aanmelding i.v.m. catering twee weken tevoren. Alle claims zijn opgeheven.’

Lees hier het hele artikel 20-53 Marjan

Dit was dus de kerstcolumn van vorig jaar. En hij geldt nu voor Paashaters. Vandaar deze boodschap. Voor iedereen die eieren haat, allergisch is voor paashazen, weet dat een snee paasbrood net zoveel calorieën heeft als een enorme punt appeltaart met slagroom en eigenlijk stiekem dolblij is dat ie op tweede paasdag niet naar de meubelboulevard hoeft: je bent niet alleen! Het barst van de feestdagen-haters. Ze waren er met Kerst, ze zijn er met Pasen. Echt. Heus. Voor jullie: maak er een leuk weekend van! Voor alle Paasliefhebbers: veel pret met eieren schilderen en verstoppen, Mattheüs-Passion luisteren en  wat voor traditie je nog meer in ere houdt. Fijne paasdagen allemaal!