Een heel jaar voorbij. Zomaar. Ik had geen idee dat het zo snel zou gaan. Maar als het goed is, dan heb ik er iets van geleerd. Dat klinkt een beetje zweverig. En ik ben niet zo’n graver in eigen ziel. Ik spit liever in de tuin. Om rozen te planten of zoiets. Ik heb wel diepe gedachten. Heus wel. Maar voordat ik ze bereik, moet ik lachkriebels wegdrukken. En zijpaadjes vol relativerende grappen negeren. Bij ‘iets leren’ denk ik niet aan levenslessen. Ik denk aan mijn poging ukelele te leren spelen. Daar ben ik op verzoek van mijn echtgenoot mee gestopt. Ik had natuurlijk een geluidsdichte ruimte kunnen huren waar ik weer uit te voorschijn zou komen als de tijd rijp was mijn talent met omstanders te delen. Maar ik vreesde bij voorbaat al dat dat moment nooit zou aanbreken. En Jan wist het zeker. Dus dat heb ik niet geleerd, helaas.

Ik spreek ook nog steeds geen vloeiend Italiaans. Daar begon ik aan na een fantastische week in Toscane. Daar ga ik in 2019 een landhuis kopen, met ruimte voor de hele familie. Zeven slaapkamers, zeven badkamers en een enorm zwembad, dat alles na het winnen van de Postcode-, Staats- of Bankgiroloterij. Voor de zekerheid doe ik aan alle drie mee en ik ging alvast op Italiaanse les, want met zo’n landhuis is het wel handig als je de taal beheerst. Het is een moeilijke taal. Daar kwam ik snel achter. Maar die prijs heb ik nog niet gewonnen, dus ik heb nog even de tijd.

Wat ik wel heb geleerd? Dat het loont om van tijd tot tijd over een brug te hangen en naar een eend te kijken. Of een koet. Daar word je blij van. Dat het fijn is om jonge hondjes te aaien en tomaten in blokjes te snijden voor de pastasaus. Dat je bij lage zon kunt kiezen: ik ga de ramen lappen of ik ga er met mijn rug naar toe zitten. Dat er altijd zoveel meer dan twee kanten zitten aan elk verhaal en dat er nooit een echte waarheid is. Zodat het aan te raden is niet meteen te roepen wat je ervan vindt. Laat staan dat je dat in de openbaarheid gooit. Op Facebook bijvoorbeeld. Of op Twitter.

Dat het goed is om alles wat je denkt te delen met iemand die met je meedenkt. In alle openheid. Zodat je elk oordeel zodanig kunt ontrafelen, dat er alleen een kern overblijft die er niet meer toe doet. Dan kan je daarna weer over die brug hangen om naar een eend te kijken.

Maar ja, dat wist ik eigenlijk al. Dat het met de eend de laatste jaren zo slecht gaat, verontrust mij dus licht. Maar met de meerkoet gaat het goed. Dat dan weer wel.