“Doe je ook mee? Vanavond?” Ik zit in een vrouwennetwerk. Super inspirerend vind ik dat. We hebben heerlijke avonden met sprekers die ervoor zorgen dat je huppelend de meeting verlaat, totaal vastbesloten om van je eigen bedrijf een zakelijk succes te maken. Dat voel ik ook. Vaak. Maar ik heb twee kanten. Mijn andere helft vind het woord ‘meeting’ al een niet te nemen hobbel. Waarom heet dat niet gewoon een bijeenkomst? En om mijn gedoetje nu een bedrijf te noemen, dat vind ik ook weer veel. Ik heb de neiging alles kleiner te maken. Minder belangrijk. En als ik echt aspiraties krijg om iets uit te vergroten, wacht ik stilletjes af totdat die neiging gezakt is. Omdat ik in dat geval bang ben dat het te veel op werk gaat lijken. Waardoor ik het vast minder leuk ga vinden.

Nu ons netwerk niet bijeen kan komen, organiseert het bestuur Zoom-bijeenkomsten, WebConferenties, ConferenceCalls en weet ik wat nog meer. En ik denk alleen maar: dat wil ik allemaal niet. Ik ben een beetje ondergedoken in mijn coronabubbel. Ik schoffel in de tuin. Ik schrijf wat. Ik schilder een beetje. Ik pas op de kleinkinderen sinds het moment dat de scholen weer zijn begonnen. En verder? Niet veel. Net op het moment dat ik me zorgen begin te maken over mijn eigen duikgedrag, staat er een patroon in onze krant. Van een mondkapje. Vanaf 1 juni verplicht in het ov. Vier maten. Dubbel katoen, waar je een filter in kunt schuiven. Elastiekjes achter je oren. Buurvrouw Riet heeft plastic bewaarboxen vol lapjes. Een uur later zitten we op anderhalve meter van elkaar aan mijn grote puzzeltafel. We naaien mondkapjes.

We verkopen ze. Drie euro per stuk, bijna voor niks. De hele familie is al voorzien. Er komen mensen T-shirts brengen met hun bedrijfslogo. Dat verknippen wij, we zoeken er een voeringstofje bij en zijn innig gelukkig met het resultaat. Ik maak voor de mop een wit mondkapje met een grote clownsmond en een rode neus. Als je die in de trein draagt met een zwarte hoed en een zonnebril, krijgt de conducteur geheid een hartverzakking. En de rest van de passagiers ook. We bedenken daarna een modelletje Dracula met enorme snijtanden. En een konijn met twee grote voortanden en een lief zwart neusje. Zakelijke gezien is het een flop. Na uren en uren hebben we net genoeg verdiend om samen een keer te gaan lunchen. Dan mogen de mannen niet mee. Tenzij ze zelf betalen.

Maar toch, ik doe vanavond niet mee aan de netwerkmeeting. Ik heb geen tijd. Hoe inspirerend ook, ik wil die lezing niet horen. Ik zit lekker achter mijn naaimachine en ik investeer in geluk.

Lees hier het column 20-28 Marjan