‘Wil je taart? Ik heb gebakken! Als je wilt, zet ik het bordje op de schutting.’
Buurvrouw appt.

‘Jaaaaa! Wanneer?’

‘Nu!’

Ik trek een sprintje naar de schutting, gil naar Jan, die ergens boven iets nuttigs opruimt: “Taart!!!” en ben net op tijd bij de schutting om mijn buurvrouw, ongetwijfeld een van de kandidaten
van Heel Holland bakt 2021, in haar huis te zien verdwijnen.
“Er staat iets in de oven,” roept ze.
“Wij testen graag!” roep ik terug. Ik hoop maar dat ze het heeft gehoord.
Leven in dit dorp bij een virusuitbraak heeft verrekt veel weg van een vrijwillige quarantaine. Er komen weinig mensen aan de deur en eerlijk gezegd vind ik dat wel prima. Het idee dat ik na mijn laatste verjaardag behoor tot wat in de richt lijnen van het RIVM beschreven staat als ‘risicogroep’, heeft er ingehakt. Ergens diep van binnen denk ik dat mijn lijf nog prima in staat is weerstand te bieden aan zo’n virus. Maar hoe lang ik erover zal doen om me weer te voelen zoals ik me nu voel, daar heb ik zo mijn gedachten over. Ik krijg het liever niet. En wat ik niet krijg, kan ik ook niet overdragen.

Ik vermijd dus buurvrouw Riet, die tot haar knieën in het werk staat op de Spoedeisende Hulp. Ze doet de triage in een tent voor het ziekenhuis. Wie verdacht is, gaat de ‘vuile kant’ op. Daar waar ze via strenge protocollen de kans op besmetting bewaken en beheersen. Als je met een gebroken enkel komt aanhinken, mag je de ‘schone kant’ op. Riet zou eigenlijk een week geleden al met pensioen. Na ruim veertig jaar eindelijk dat mondmasker aan de wilgen. Nu werkt ze toch maar even door. Ze staat in een soort astronautenpak in die tent met iets voor haar gezicht dat mij nog het meest doet denken aan een laskap. Ze is erg nodig en hoe afschuwelijk ook, voor situaties als deze is ze toch ooit dit werk gaan doen. Dus zei ze meteen ja, toen ze haar vroegen een tijdje te blijven. “Ik mag toch even geen afscheidsfeestje geven,” zegt ze nuchter. Riet zie ik nauwelijks. Die andere buurvrouw regelmatig. Met taart. Of ander lekkers. Ze is overigens niet de enige die bakt. Mijn dochter en kleindochter bakken chocoladetaartjes en muffins. Ze sturen daar inspirerende foto’s van op. Het werkt aanstekelijk. Ik bak een tarte tatin, met bladerdeeg, appel en veel lichtbruine suiker. Die hebben we samen zo op, Jan en ik. Dus maak ik boterkoek met gember.

“Dit kan zo niet doorgaan,” zegt Jan, als ik een rijstevlaai uit de oven haal. Hij heeft gelijk. We pakken hem in aluminiumfolie en brengen hem weg. Met applaus. Naar Riet.

Lees hier het hele artikel 20-20 Marjan