“Er is een kip aan het leggen,” zegt Jan. Hij acteert kalm, maar de opwinding is enorm. Na maanden investeren in hokken, rennen, voer, kippenpindakaas en tabaksstengels tegen bloedluis zou er ineens een ei liggen?

In de schuur klinkt gekakel. Haan Coco staat in de deur van het hok, bovenaan de trap. Hij schermt Houdini af, die daar onder luid protest een ei produceert.
“Hij vindt het privé,” fluister ik vertederd.
“Serieus, een ei?” zegt kleinzoon Seth, die een nachtje logeert. “Waar komt dat dan uit?” Ik leg uit: “Bij een kip komen poep en ei uit hetzelfde gaatje.” En Jan begint de kippenvoorlichting met: “De cloaca….” Dat is voor een dertienjarige erg genoeg om zich zonder commentaar binnen terug te trekken achter een computerspelletje met minder afgrijselijke dingen, zoals gebouwen opblazen en zombies afknallen.

Oudste dochter arriveert. Hoogzwanger en verhit na een lange autorit met kruisverhoor.
“Ze wilden weten waar zo’n baby nu precies uitkomt,” fluistert ze, terwijl ze wijst op de twee pukkies die ze er in de relatie met de toekomstige papa gratis bij kreeg.

“Willen jullie een snoepje?” zeg ik. Ze huppelen met me mee en zijn de hele aanstaande bevalling vergeten.

“De kip is klaar,” meldt Jan even later. “We hebben drie eieren.” En als hij later door de tuin loopt, vindt hij ook nog een ei tussen de narcissen.
Ik mag er data op zetten. Met een potlood dat ik speciaal daarvoor op het eierdoosje leg. Dat dan weer wel. Maar ik heb dus geen één ei gevonden. Jan vond ze. En het zijn mijn kippen!

“Wie heeft ze nu gelegd?” vraag ik.
“Claudette,” zegt hij.
“Welnee, het was Houdini. Ik zag duidelijk dat het Houdini was.”
“Dat doe je vaker. Iets vragen en me dan tegenspreken. Terwijl het nergens over gaat,” zegt hij verbaasd. Hij heeft gelijk. Ik weet zelfs waarom ik het doe. Uit frustratie. Ik had die eieren moeten vinden! Ik ken die kippen beter dan hij!

Dochter gaat ervandoor. Eerst nog even de kipjes gedag zeggen. En terwijl de kinderen gelukkig net de andere kant opkijken, geeft Coco Houdini een stevige beurt. De arme kip. Eerst eieren leggen en nu die haan in haar nek!

“Och jee,” zegt dochter ontdaan. Ik geef ze allemaal een zacht duwtje en zeg: “Ga nu maar gauw. Anders moet je dat straks ook nog uitleggen.”

De lente is losgebarsten. Leven, eieren, er valt nog een hoop te verklaren.

Van vier krieleieren maak je een prachtig omeletje.

“Jij ook, Seth?”
“Nee, dank je oma. Ik heb cloaca gegoogeld.”

21-17 Marjan

Fotografie: Marloes Bosch