“Zo, kippenvrouwtje.” Dat zegt Jan als hij langs me loopt. Hij heeft net Bente uitgelaten; baas en hond sjokken in hetzelfde tempo over het tuinpad. Ik sta naar mijn kippen te kijken. Eerlijkheid gebiedt hier correctie: ik sta tegen mijn kippen te praten. Ik vertel ze dat ze mooie kippen zijn (‘Ooooo, mooie kip, hè? Mooie kip!’ met zo’n belachelijk hoog stemmetje), waarschuw Poulet dat hij de soep ingaat als hij weer veren uit de kont van Helena plukt en ik vertel ze dat het volgens Buienradar om twee uur opklaart, maar dat ze van mij ook best in de regen mogen scharrelen. “Maar niet allemaal onder het afdak op de deurmat gaan zitten en die onderschijten, hè? Ga maar schuilen in jullie eigen hok!”
Dan loop ik naar binnen, want Jan wil zijn met borg gevoerde Crocs terug. Die trek ik ’s ochtends altijd aan. Het is maat 43/44, ideaal om zo in te stappen met wat voor dikke sokken dan ook en ze zijn heerlijk warm. Dus wil hij ze terug.
“Zal ik van die Crocs voor je bestellen? In zo’n grote maat? Ideaal toch?”
Hij biedt het aan, terwijl we op een zaterdagavond aan tafel zitten.
We hebben een leuk afhaalmaal van drie gangen. Wijntje erbij. Muziekje op. Spotify-speellijst voor romantisch tafelen. Ik heb een jurkje aangetrokken en m’n haar opgestoken. Jan draagt een overhemd. We spelen restaurantje en dat lukt goed. Tot die vraag. Jan geeft overigens meteen zelf antwoord. Hij besluit: “Ik doe het. Ik bestel ze voor je. Cadeautje voor mijn kippenvrouwtje.” Hij heft zijn glas en knipoogt naar me.
Wat moet je conclusie zijn als je echtgenoot je aanbiedt om met borg gevoerde Crocs voor je te bestellen in maat 43/44 en je zijn kippenvrouwtje noemt? Nou? Iemand een idee?
Ik! Ik denk namelijk dat je conclusie moet zijn dat jouw man je niet meer begeert. Dat hij geen enkele aandrang voelt om je in brandweergreep de trap op te dragen, je jurkje aan flarden te scheuren zodat alle knopen eraf springen en je alle hoeken van de kamer te laten zien. Dat denk ik.
Maar ja, we hebben ook wel een griezelig smalle gietijzeren wenteltrap.
En al die knopen weer aan dat jurkje naaien, dat is ook geen pretje. Bovendien is het in de slaapkamer bijzonder frisjes in deze tijd van het jaar. Vooral in de hoeken.
Ik hef mijn glas. En ik zeg: “Dat lijkt me een uitstekend idee. Maar dan misschien maat 41/42. Dat is ook al ruim en dat kleedt dan toch misschien net iets meer af.”
“Alles voor mijn kippenvrouwtje,” zegt hij. We toosten. We worden oud. Lief oud.
lees hier het hele artikel 21-05 Marjan