“Sorry, nee, het is nog niet binnen.” Dat is Wilma van de bouwmarkt. Of Susan. Of Nicole. Ik bel elke week. En elke week krijg ik hetzelfde antwoord. Iedereen schijnt in coronatijd kippenhokken te bouwen. Of pergola’s. Of volières. Van die dingen waar je gaas voor nodig hebt. En paalhouderpunten.

Mijn drie door dochter Merel uitgebroede kippenkuikens (zulke acties kun je verwachten als je je kind een vogelnaam geeft) zitten in een konijnenhok. We hebben een kleine ren gefabriceerd van een restant gaas dat nog in de schuur lag. Daar barsten de kippenbaby’s inmiddels uit. Ze groeien als kool. Kleine zwarte Coco krijgt een mooie hanenkam. Hij kukelt zó aandoenlijk, dat de buren vooralsnog alleen maar grappen maken over De rijdende rechter. Ze hebben gelukkig nog niet gebeld.

Dat gaan ze waarschijnlijk wel doen als ik ze het verpletterende nieuws vertel dat blonde Poulette ook een haan is. Hij kukelt nog wel heel ingetogen en schor, maar hij valt af en toe uit naar Coco. Dan rent hij ineens op hem af, zijn borst vooruit. De botsing lijkt een beetje op dat stomme spel dat ik ooit moest doen op een personeelsuitje: twee mensen krijgen een opblaasbaar sumoworstelaarpak aan en wie dan het laatst tegen de vlakte gaat, heeft verloren. Ik ging, toen het eenmaal mijn beurt was, al liggen voordat ik dat pak aanhad. Dat leek me wel zo verstandig.
Jonge haantjes hebben dat inzicht niet. Op een kippenforum lees ik dat de gevechten alleen maar erger kunnen worden en dat twee hanen met één kip geen gelukkige combi is. Maar als de nieuwe ren af is, hebben ze wat meer ruimte. Als ze met z’n drietjes door de tuin rennen en lekker rondscharrelen, lijkt het een heel harmonieus koppel. Maar dat kan alleen als de hond binnen is. Dus die ren moet af!

“Sorry, nee, het is nog niet binnen,” zegt Nicole. Zij heeft vaak dienst. Ik ben al aardig vertrouwd met haar. Inmiddels informeert ze zelfs naar mijn kippen. En ze spreekt uit dat ze blij is dat ik zo aardig blijf. “U moest eens weten wat ik soms naar m’n hoofd krijg,” zegt ze.

Waarom zouden mensen dat doen? Zouden ze denken dat de groothandel eerder volièregaas levert als ze een baliemedewerker uitschelden? Je weet het soms niet. Dat zijn vast mensen die zich ook zonder enig bezwaar in zo’n sumopak laten hijsen.

Inmiddels heb ik iemand gevonden die geregeld kippen slacht. Hanen dus ook. Pijnloos en snel. Na een hartstikke leuk en gezellig leven. En dan misschien hanensoep met kerst. Zodat het niet totaal zinloos is. M’n kleinzoon antwoordde overigens tamelijk stellig op de vraag of hij daarvan zou eten, met: “Nee, oma.”

Morgen ga ik de bouwmarkt weer bellen.

Lees de column in 20-46 Marjan