“Wil jij mee naar de twintigwekenecho?” “Jaaaaa!”

Dochter is halverwege en hoera, de vader van de baby kan niet mee! Ik ben in jubel en juich, want ik heb nog nooit een echo gezien. Eén keertje in de vorige eeuw, toen de nu aanstaande moeder nog in mijn buik zat, maakten ze een echo om zeker te weten dat ze in stuitligging lag. Toen ze dat eenmaal wisten, schakelden ze het apparaat uit en zeiden dat het klaar was. Geen moment dacht iemand erover om mij uit te leggen wat zij zagen in die vlekken en strepen op dat schermpje. Ik heb tot het einde gedacht dat het nog best een babykangoeroe zou kunnen zijn. Ze voelde erg hoekig aan.

“Jullie zijn de laatste echo vandaag,” zegt de mevrouw die alles begeleidt. “Dus ik kan lekker extra tijd nemen! Ik geniet er zelf ook altijd zo van.”

Zo’n stemming is er dus. Ik zit op een stoeltje naast de aanstaande mama. Tegenover ons een enorm televisiescherm. En daarop dat kindje.
Ik twijfel op slag. Zijn kippen wel het allerleukst op de wereld? Of is dit nóg leuker? Het kindje zwaait met twee handjes en gooit benen omhoog als in een onderwater-cancan. Die voetjes! Dat mondje!

“En? Vindt de oma het ook leuk?” vraagt de echomevrouw. En ik zeg schor: “Nou, de oma begint zinnen te bedenken die beginnen met ‘Dat ik dit nog mag meemaken…’, dus ga maar na!” Waarop de echomevrouw zegt: “Hè, heerlijk. Ik ga daar echt heel goed op!”

Gelukkig zijn er twee niertjes, een lever, allerlei belangrijke slagaders die precies doen wat ze moeten doen en nog veel meer essentiële onderdelen waardoor je je realiseert wat een wonder het is als alles werkt. En dat daar dankbaarheid bij past. Diepe dankbaarheid.

Helemaal aan het eind steekt de baby een duim naar ons op. “Kijk! Alles kits daar!” lacht de echomevrouw.

Ik droom ervan, de hele nacht. Daarna zet ik het echt op een breien. Die deken moet af en er moeten nu ook sokjes komen. Een truitje. Een muts. Het is ineens zo echt. Er komt een kindje bij.

“Dus liggen er deze zomer baby’s op het gras,” vertel ik de haan Poulet, terwijl ik hem een kontje geef, omdat-ie in mijn crocs staat te pikken. “Eentje van 1 jaar en eentje van 0. Als je het waagt er eentje te pikken, dan ga je in de soep. Dat weet je, hè?” Ik druk snel een gedachte weg. Aan kinderen die kinderen krijgen, die op hun beurt op een goede dag opstaan van je gras om wereldreizen te maken. En die dan met hun kinderen terugkeren naar dit huis, waar ik op een dag niet meer zal zijn.
Poulet schommelt weg. Mooie staart heeft dat stomme beest. Kijk, dat is een goede gedachte om vast te houden.

Lees artikel 21-07 Marjan 

Fotografie: Marloes Bosch

Inmiddels is het dekentje af. En Billie Mae ook. Met een duim omhoog!