“We kunnen hier een waardevolle les uit trekken,” zegt de man die op anderhalve meter afstand toekijkt hoe ik de rand van de dijk bewater.
Die rand heb ik ingezaaid. Vol zaad van wilde bloemen voor bijen en vlinders. Vorig jaar verzamelden we zaad van uitgebloeide bloemen die de gemeente had ingezaaid in de bermen van het dorp naast ons. Ik had er nog wat raadsleden over gemaild, maar kreeg nul op ’t rekest. De gemeente bepaalde met doe-teams waar het zaad kwam en ik kon niet op eigen initiatief een zakje zaad van ze krijgen. Kopen dan? Op dat verzoek kreeg ik niet eens meer antwoord. Dus stapten buurvrouw Riet en ik na elk bezoek aan de sportschool even uit bij de wildebloemenberm en daar verzamelden we zaad. Dat was dus 2019. Toen je nog zonder afspraak naar de sportschool mocht.

Nu is het 2020. Het jaar waaruit we lessen moeten trekken. Ik zeg niks tegen die man. Ik knik niet aanmoedigend, trek m’n wenkbrauwen niet op, ik doe helemaal niks. Want ik weet nu al dat dit een man is met een missie. Hij zal me al die waardevolle lessen uitgebreid uit de doeken doen. Tot de allerlaatste wijze regel. De pomp loopt, ik beregen vol aandacht het ontkiemde zaad met water uit de vaart en wacht af.

Daar gaat-ie. Milieu (heb ik wel gezien hoe blauw de lucht is? Daar is een wetenschappelijke verklaring voor. Die legt hij nu uit. Uitvoerig.), nieuwe waarden (en normen en tijd voor respect en tolerantie of iets in die geest), aandacht voor het gezin (hij heeft Mens-erger-je-niet herontdekt en moet daar zelf erg om lachen terwijl ik snel een herinnering wegdruk aan een vuist op een speelbord, lelijke woorden en poppetjes die door de kamer vliegen), inkeer (geestelijke verdieping waarvan hij zegt: ‘Ik stip het maar even snel aan.’), mindfullness en meditatie. Er is nog meer. Maar ik raak ergens de levenslesdraad kwijt, want er komt een knik in de tuinslang, die ik snel moet ontvouwen.

Hij sluit af met: “En de aarde raakt natuurlijk overbevolkt. Er zijn gewoon te veel mensen.” Ik denk dat hij daar een punt heeft. Op deze dijk is er zeker één te veel. Ik haal opgelucht adem als hij vertrekt.
Wat ik van dit virus heb geleerd? Dat de wereld geen rechtvaardige plek is en dat neuzen nooit dezelfde kant op gaan, zelfs niet als we als mensheid in ons bestaan worden bedreigd. Maar wat doe je met zo’n les?
Ik zou kunnen demonstreren. Met een groot wit laken met daarop: ‘Een oplossing vind je samen’. Ik zou ook m’n schouders kunnen ophalen en aanvaarden dat het is zoals het is en nooit wordt zoals ik droom.
Of misschien iets daartussenin. Strijdbaar in lijdzaamheid. Wilde bloemen zaaien. Veel wilde bloemen voor bijen en vlinders.

Lees hier het hele artikel 20-40 Marjan