Ik kan heel goed uitstellen. Ik kan sommige dingen zo lang uitstellen, dat ze totaal uit mijn systeem verdwijnen. Het is niet dat ik het vergeet. Ik heb het gewoon zo ver weg geparkeerd, dat ik er niet meer aan denk. Het zijn geen dingen meer. Het worden dingetjes. Voor mij. Voor anderen niet.

“Jij moet toch ook weer nodig op controle?” vraagt op een dag een dochter. “O ja, denk je?” zeg ik. Want die controle is zo’n dingetje. Ik wapper dat liever weg en praat over dingen die er wel toe doen voor mij. Zoals mijn kippen. Goed onderwerp vind ik dat.

Dochter laat niet los. Ik moet toch eens opzoeken hoe lang geleden ik geweest ben. “Want,” zo spreekt ze streng, “dit is niet iets om te negeren.” Ze heeft gelijk. Het gaat hier namelijk om een genetisch dingetje met darmpoliepen die zouden kunnen uitgroeien tot iets akeligs, dus moet je ze laten verwijderen. En om die dingen op te sporen is zo’n onderzoek nodig. Zo’n dingetje dus.
Dochters zijn wijzer dan moeder. Ze gaan elke twee jaar. Voor mij is het zeven jaar geleden, volgens de gegevens bij de huisarts.

“Ja, dat is dan inderdaad wel een dingetje,” knik ik met haar mee.
Binnen de kortste keren heb ik een oproep. En een recept voor twee liter laxeerdrank, die ik de volgende ochtend bij de apotheek ga ophalen, zodat ik er die avond mee aan de slag kan.
Midden in de nacht word ik wakker. Mijn hemel, wat gebeurt er allemaal? Ik ren zo snel ik kan en haal de badkamer op tijd. Daar zit ik lang. Ik denk aan dat recept op het aanrecht. Hoe is dit mogelijk. Nog niet eens opgehaald en het werkt nu al. En een uur later werkt het opnieuw en opnieuw en opnieuw. Het is een onrustige dag.

“Wat doe je toch allemaal?” vraagt Jan.
“Ik laxeer tussen mijn oren,” antwoord ik.

Dat is precies wat er gebeurt. Ik heb geen drank nodig. Ik heb genoeg aan een recept. Zo werkt mijn hoofd. Ik hoef dus ook niet naar de Grand Canyon. Ik bekijk gewoon een documentaire. Alleen met kippen werkt het niet. Die zijn het leukst in het echt.

Die avond werk ik de eerste liter drank weg in twintig minuten. Waarop dochter appt: ‘Je staat gewoon te atten!’ Dat moest ik opzoeken. Studenten doen het en het is afgeleid van Ad Fundum. In één keer achteroverslaan dus. Dat klopt helemaal. Als ik dan toch zo’n dingetje moet wegwerken, dan maar rap. De volgende dag onderga ik het uitgestelde dingetje én het standje dat ik te lang heb gewacht en dat niet meer mag doen. Dat beloof ik meteen. Sterker nog: ik ga nu een hele lijst dingen wegwerken. Want achteraf zijn het dingetjes van niks.

Lees hier het hele artikel 21-06 Marjan

Fotografie: Marloes Bosch