“Ik stuur je nog een uitnodiging voor Zoom!” zegt de voorzitter van mijn vrouwennetwerk blij, vlak voor ze ophangt. Voorzitters houden van vergaderen. Dat snap ik wel een beetje. In vergaderingen kunnen ze mensen aanwijzen die klussen moeten opknappen. Die moeten dan in een volgende vergadering laten zien hoe ver ze zijn. En antwoord geven op de vraag waarom het nog niet af is. Dan kijkt zo’n voorzitter naar haar secretaris met een blik van: ‘Heb je dat goed genoteerd?’
Ik ben niet zo geschikt voor vergaderingen. Ik vind het meestal gezeur, het duurt te lang en bij de derde spreker al hoor ik herhalingen van meningen. Aan de vierde spreker krijg ik op slag een hekel, omdat ik die ervan verdenk alleen maar het woord te nemen om straks in de notulen te worden genoemd. (‘Voorts benadrukte Eva het belang van bladiebladiebla, zoals eerder aangestipt door Petra.’) Zonde van tijd en ruimte. Verspilling.
Dat vind ik het. En dan nu ook nog via Zoom.
Ik bel die voorzitter meteen terug, geef aan dat ik de hele ontwikkeling aan me voorbij laat gaan, omdat ik meen dat we straks gewoon weer in een gezellige omgeving kunnen gaan zitten met een interessante workshop toe, dus laat die Zoom maar zitten. “Hoelang zal het nog duren? Vast niet lang!” roep ik nog. “Ik hoop dat je gelijk hebt. Ik stuur evengoed een uitnodiging,” zegt de voorzitter.
De voorzitter blijkt over meer realiteitszin te beschikken dan ik. Iedereen blijft vergaderen via communities en mijn kleinkinderen zitten het grootste deel van hun schooltijd op een scherm naar juf en klasgenoten te kijken.
Ik begin me te voelen als het kleine dorp, waar Asterix en Obelix dapper weerstand bieden aan de Romeinen. Dus ik schrijf me in voor een cursus Zoom.
Meedoen aan Zoom is appeltje-eitje. Dat oefen ik voordat de cursus begint. Dat zal ook wel moeten, anders kun je die hele cursus niet volgen. Ik krijg een link en ik klik. Dat oefen ik meteen met anderen. Ik snap nu ook hoe ik een meeting kan hosten. Dus ik ben ver voor aanvang van de cursus in staat met iedereen te zoomen, behalve met één dochter die steeds gilt: ‘Ma!!!! Je staat op mute!’
Dan begint mijn cursus. Ik klik op de link, zie dat de link niet werkt, ga naar Zoom, vul het nummer in van de meeting en het bijbehorende wachtwoord en beland met drie andere deelnemers in de Zoomcursus.

“We wachten even, want de link werkt niet,” vertelt de Zoomjuf.

“Hoeveel moeten er nog komen?” vraagt een medecursist.

“Twintig in totaal. Er is een enorme storing bij Zoom,” zucht de juf.

Het duurt. Het duurt. De medecursist zegt: “Dat wij hier zitten, is al een diploma waard.”

Ik zeg niks. Ik sta op mute.

 

Fotografie: Marloes Bosch

 

21-24 Marjan