“Waar zijn alle bakjes?” Jan graaft in de middelste la rechts. Daar liggen de bakjes. In elkaar geschoven, de deksels ertegenaan. Dat gaat in elk geval op voor de bakjes die hetzelfde zijn en dus in elkaar kunnen worden geschoven. Verder zie je in die la een waanzinnig bouwwerk van allerlei formaten die een beetje passen, helemaal niet passen of ineens rond zijn tussen alle vierkante en langwerpige familieleden. Het is dus een krankzinnige la waar ik van tijd tot tijd opnieuw structuur in breng. Dat geeft een goed gevoel. Een la vol geordende plastic voorraadbakjes kan me sterk de illusie geven dat de rest van mijn leven ook gestructureerd is. Zonder toeval. Alles op een rij. Ik kan ook zo genieten van een bestekla in mijn vaatwasser waarin ik alle messen bij elkaar leg, daarna alle lepels en dan alle vorken. Idealiter kijken ze ook nog allemaal dezelfde kant op. Diepe intense bevrediging geeft dat aan een warrig hoofd.

Maar zo’n la met bakjes leidt een eigen leven. Zo is-ie overvol, zo is-ie weer leeg. Blijft hij dat een tijdje, dan koop ik in een opwelling bakjes erbij. Van een totaal ander merk, liefst veel en heel goedkoop, zodat alle stapel-ellende een extra ingewikkelde dimensie krijgt. Bovendien komen dan ineens alle meiden bakjes terugbrengen waarin ze ooit soep meenamen. Of boerenkool met worst. Of hele maaltijden op de donderdagen dat we op kleinkinderen pasten en niet iedereen aan tafel mochten voederen vanwege de ‘1 bezoeker’-regel. Tel daar nog de bakjes bij die we meegaven als kliekje voor in de vriezer. Én alle bewaarde plastic schepijsbakjes en bekers van de Griekse yoghurt.

“Die hoeven niet terug!” roep ik bij die laatste categorie altijd genereus. Maar inwendig ben ik altijd van slag als die fijne stapel yoghurtbekers ineens is gereduceerd tot één exemplaar dat nergens in past.

Lees ik ineens een interview met een zielsverwant. Janneke, ingestort doordat Tupperware ophoudt met leveren op de Nederlandse markt. Een foto toont Janneke in haar keuken. Ze wijst op totaal georganiseerde lades en kastjes. Allemaal dezelfde bakjes en dozen. Die zo zijn ontworpen, dat ze passen. Och Janneke, in deze column lees je in welke chaos je straks belandt. Ook jij gaat straks idiote stapels bakjes kopen bij heel grote winkelketens, waarvan je op voorhand al weet dat de helft zó’n onhandig formaat heeft, dat je er nooit iets mee gaat doen. Behalve dan eten in meegeven en bidden dat het nooit retour komt. Maar ja, die brengen ze dus wel terug. Want die passen niet in hun keukenla. Waarmee ik Jans raadsel heb opgelost. Eureka. Die bakjes? Die staan keurig in een la. Alleen niet in die van ons.

21-19 Marjan

Fotografie: Marloes Bosch