Mag ik me even voorstellen? Van den Berg. AOW’er. Wat een bijzondere mijlpaal. Vanaf mijn zeventiende heb ik mijn eigen broek opgehouden. Dat is een aantal jaren een string geweest. Of een hipster met van die opgesneden billen. Maar tegenwoordig is het een comfortabele tailleslip. En die hoef ik dus niet eens meer op te houden, want ik krijg vanaf nu een maandelijkse toelage. Daar hoef ik niks voor te doen. Hoe bestaat het?

“Nu ben je oud,” zegt een dochter. Daar heb ik lang over lopen nadenken. Maar ze heeft gelijk. Ik vind al die kreten van ‘60 is het nieuwe 40’ en in mijn geval dus op naar ‘70 is de nieuwe 50’ nogal vermoeiend. En ook niet echt bemoedigend. Er zit toch een basisboodschap in van: ‘Jonger is beter’. Zo van: je bent nu wel op weg naar de 70, maar je kunt nog makkelijk doorgaan voor 50. En dat dat iets goeds is. Want stel je voor dat je er wel uitziet als 70! Ik ben met die gedachte wel een beetje klaar. Ik neem me voor te genieten van het feit dat ik oud ben. En dat ik dat gewoon mag zijn.

Laatst stond ik met mijn blote benen voor een grote spiegel. De lage zon bescheen me van achteren en ik zag ineens de benen van mijn moeder. Zo’n beetje zakkerig. Met spierverlies. Die benen zijn dus op weg naar de 70. Dat doen ze met ferme tred en ik heb heel leuke broeken om ze mee te bedekken. En dat zijn al twee dingen om heel dankbaar voor te zijn.

Maar het zette me wel aan het denken. Want ik kijk graag op Instagram bij Misja Beijers. Zij fotografeert modebewuste 60-plussers die ze tegenkomt op straat: opvallende vrouwen met een gedurfde eigen stijl, kleurrijk en extravagant. En ik ben geen stijlicoon. Verre van dat. Maar het lijkt me wel gaaf dat mensen later zeggen: ‘Van den Berg? O, dat was die vrouw die altijd in grote wijde gekleurde jassen liep met een tamme kraai op haar schouder!’ Of iets dergelijks.
En ik loop in grijs. Of zwart. Of legergroen. Praktisch. Crocs om door de tuin te lopen naar het kippenhok. Stevige wandelschoenen voor hondenwandelingen. Een spijkerbroek. Een waxcoat en rubberlaarzen. Mijn moeder zei vroeger al: ‘Als je hard loopt, zie je het niet,’ dus die kleren houd ik vaak aan als ik even de stad in moet. Conclusie: Misja zou van mij geen foto maken, als ze me tegenkwam.

“Wat vind jij ervan als ik mij in de laatste fase van ons leven ontwikkel als stijlicoon?” vraag ik Jan. “Is daarin een actieve taak voor mij weggelegd?” informeert hij behoedzaam. Ineens weet ik het. Van mijn eerste AOW ga ik een hoed kopen. Een iconische hoed. Dus ik knik. “Je moet mee naar de hoedenwinkel.”

Lees hier het hele artikel 21-36 Marjan

Foto: @Marloes Bosch