“En als we de helft van het gras omspitten? Dan maken we er een moestuin van!” Ik wijs Jan waar ik dat wil. Van daar tot daar. Beetje ruim. En een hek, want ik wil de kippen niet bij de sla.
Ik verbeeld het me niet. Jan kreunt nu echt hardop. Ik verdenk hem vaak van geluidloos kreunen. Als ik bijvoorbeeld zeg dat de zonnepanelen smerig zijn en voor het rendement eigenlijk gelapt zouden moeten worden. Ik bedoel dan natuurlijk dat Jan ze moet lappen. Want ik durf niet op een ladder. Of als ik vind dat we de schuur zouden moeten schuren en beitsen. Overal waar ik ‘we’ zeg, bedoel ik natuurlijk: ‘jij’. Dan verdenk ik hem van geluidloos kreunen. Soms informeer ik: “Kreun je?” Jan ontkent altijd. Stellig. Maar nu kreunt hij hardop.

Eerlijk is eerlijk: ik zie mezelf geen half grasveld omspitten. En ook geen hek bouwen. Eigenlijk zie ik mezelf niet eens een moestuin aanleggen en die ook nog eens dagelijks onderhouden. Het is een onzalig idee ingegeven door het besef dat we de planeet te zwaar belasten. Dus broed ik vaak op plannen om mijn steentje bij te dragen. Met een eigen moestuin verklein ik mijn voetstap op aarde zo enorm, dat ik me niet meer zo schuldig hoef te voelen als ik de auto pak in plaats van de fiets. Mijn eigen auto heb ik al weggedaan. Dat was niet helemaal uit een groene gedachte, maar meer omdat alle lezingen vanwege corona werden afgeblazen.

Die ene auto hebben we wel nodig. Er is hier geen openbaar vervoer en alles is kilometers ver weg. Maar die moestuin. Dat zou zo schelen!
“Laten we er nog maar eens goed over nadenken,” zegt Jan.
“Ja. Dan ga ik ondertussen allerlei overbodige dingen op Marktplaats zetten,” zeg ik. Eerlijk gezegd vond ik het plan voor die moestuin ook wel erg vermoeiend, maar mijn behoefte aan hergebruik en minder verspilling blijft onverminderd groot. En er staan twee schemerlampjes in de weg en een leuk bijzettafeltje. En dat babywipstoeltje is ook overbodig, nu je die dingen tegenwoordig boven op kinderstoelen kunt klikken. Die kan wel gratis weg. Om de planeet te redden.
Diezelfde middag zit een buurvrouw een paar huizen verderop haar kleinkinderen een fruithap te voeren. Het is een tweeling; ze heeft er eentje in een wipstoel en eentje op schoot. En ze bedenkt dat een tweede stoeltje toch wel handig zou zijn, zolang ze nog niet rechtop kunnen zitten. Dus ze klikt op ‘Kijk in je Wijk’ en komt een halfuurtje later mijn wipper ruilen voor twee heerlijke stukken kaas, zo van de boer.

“Kijk nou! Ruilhandel. Wat kan ik daar gelukkig van worden,” verzucht ik.

“Dan zou ik me daarop toeleggen,” zegt Jan. “Ik ga het gras maaien.”

Lees hier het hele artikel 21-35 Marjan

Foto: @Marloes Bosch